Terwijl de golfslag zich op ’t strand verliest
Raken lucht en water zich in ’t ijle,
Waar de einder zich in nevels hult
En schepen zich als stippen voortbewegen,
Gedragen door het schuim van eeuwen,
Gelaten drijvend op de grote waterplas –
Zo boven als zo onder – donker.
Dit aquarel in alle tonen grijs
Lijkt wel allegorisch voor deze laatste eeuw
Vooraleer ’t millennium zich sluit,
Berouwvol om ’t vele leed
Dat deze laatste honderd jaar
De mensen drukte.
Toch verzacht het grijs der lage wolken
De rimpeling op ’t water laat op ’t strand
een grillig zandspoor na, dat oplicht in een vage avondzon.
Wolken drijven traag uiteen:
De dag kleurt zacht een nieuwe morgen.
Rob