Bijna 1 jaar geleden ontdooide jij mijn hart.
M'n kille, bange hart zonder vertrouwen, zonder kracht.
Ik leefde omdat het moest, niet omdat ik het leuk vond.
Toen spraken we met mekaar voor het eerst, het deed raar.
Het klikte echt, meer dan goed zelfs.
Nu blijkt het dat best een romantische avond was
als we bij elkaar waren.
Maar ik lette er niet op omdat ik je
vóór die momenten niet graag had.
Ondanks het feit dat je me steeds verdedigde en moed insprak, dacht ik dat je zoals de anderen was.
Een hele tijd na die avond spraken we regelmatig af
en het klikte steeds beter.
We groeiden dichter bij elkaar, we wisten allebei dat er
meer gaande was dan gewone, pure vriendschap.
Twee mensen die voor de buitenwereld zo veel verschilden
maar samen ontdekten dat ze gemeenschappelijk hadden.
En dan, door één zinnetje, groeiden we uit elkaar.
Het lijkt nu onmogelijk om het weer goed te maken,
maar kijk naar het verleden.
Het ging toch zo goed tussen ons,
we moeten het gewoon opnieuw proberen.
Weeral die leuke ogenblikken te herbeleven,
vanaf het begin eerlijk te zijn met elkaar.
Ik wil mijn verdriet begraven in hard beton.
Beton zo hard-nekkig als onzekerheid,
twijfels, angst, pijn...
Dit kan alleen als jij mijn bevroren hart verwarmt met je stem, zeggend dathet meer dan de moeite waard is
om het opnieuw samen te proberen.
Anders blijft mijn geluk gevangen in de
betonnen bunker van mijn hart.
Jij wil dat ik iemand anders zoek.
Een ander die me gelukkig maakt, die me een goed gevoel
over mezelf geeft, die vreugde doet
weerspiegelen in mijn ogen.
Iemand die me helpt jou te vergeten.
Maar dat is onmogelijk want jij leeft voort in mijn hart.
Jou zal en kan ik nooit vergeten.
Samen met de herinneringen gaf ik je
stiekem de sleutel van mijn hart.
Koester deze gouden sleutel en weet, schat van mijn hart,
dat je altijd welkom bent in mijn hart en in mijn leven...