Hij leefde al jaren van een uitkering,
van 'n regelmatig baantje
geraakte hij totaal over zijn toeren en gestresst,
leed aan meerdere kwaaltjes en aandoeningen,
kende gaandeweg 'n hele apotheek
bij naam in 't latijn,
van alles geprobeerd en genomen
maar leed spijts alle goede intenties,
aan 'n overdreven overgewicht
van ingebeelde zorgen en ongemakken,
zijn chinese mopshondjes waren zijn kinderen
die werden vertroeteld tot in 't ongerijmde
d'er was zelfs ééntje bij die al blind was
maar kon 't over zijn hart niet krijgen
't arme dier te laten inslapen,
door zijn grappen en humor
was hij 'n graag geziene gast
in dat straatje van eenzamen,
zonderlingen, verschoppelingen
oudjes aan hun lot overgelaten,
daar deed hij de boodschappen voor
met dat krakkemikkig autootje
vol blutsen en schrammen
net niet goed genoeg voor de schroothoop,
bereidde hen elk op beurt
's avonds 'n mooie maaltijd
op voorwaarde ...
dat hij mocht mee eten,
zo gek was hij nu ook niet,
daarmee verlegde hij 'geen steen'
't groot geluk kan soms simpelweg
bij de verdoken eenzamen,
in de keuken of aan tafel..
tezamen met 'n blije lach
te vinden zijn !