Toen de maagdelijkheid rond als een knikker
van het bed afrolde: ploing, ploing, ploing
onder de kast belandde, in het stof beet
wat verdroogde pissebedden liet knisperen
heb ik haar daar met rust gelaten
want schuilplaats bekend
mocht ik haar ooit nog nodig hebben
je kunt maar niet weten in onzekere tijden
Me aangekleed en naar het werk gegaan