Voorstaand van links boven naar rechts onder
in vlakken van rood zilverwitte symmetrie door-
sneden draagt het wapen van Utrecht met vijf
bladeren en vier parels zijn gouden kroon.
Twee klimmende gouden leeuwen omklemmen
aan weerszijde het stadswapen, als iconen
van standvastigheid en stedelijk machtsvertoon.
Ooit toen Utrecht in 1122 zijn stadsrechten verkreeg;
waren het de elementen van de stadsverdediging,
zoals de stadsommuring en de rood en witte wimpels
van zijn twee afdelingen van de schutterij,
die sedert 1200 in het zegel domineerden en zijn twee-
kleurige stadsvlag voerde daar later ook nog een
afbeelding van de menslievende schutspatroon
Sint Maarten bij.
In 1537 werd door de vorst Karel V verordonneerd,
dat de Utrechtse schutspatroon Sint Maarten niet
langer met zijn afbeelding in het stadswapen mocht
worden geƫerd. Wel leeft de verbeelding van de met
hem verbonden legende aan de stad nog immer voort;
waarin liefdadigheid door middel van zijn rode
mantel barmhartigheid aan de toenmalige armoede
wordt verwoord.
In Utrechts Franse tijd werd het stadswapen verboden;
Pas nadat Napoleon te Waterloo in 1815 definitief
werd verslagen; mocht de stad om bevestiging zoeken
van de bekende kleuren en vormen in het wapen van zijn
sedertdien niet meer veranderde iconische identiteit.