Roemerige ruimte, grijnzende felle ogen..
mijn kracht heeft mij bedrogen.
Ik bevries, zwetend, een hart als een sneltrein..
niet weer, niet weer hetzelfde refrein.
Verlies de controle over mijn ademhaling,
zij zien dat als een slachtoffer vertaling.
Vastgrijpend, de fysieke pijn begint..
in mijn gedachten maak ik mezelf blind.
Laat het over je heen komen,
probeer je hieruit te dromen.
Het omhulsel doet zeer, laat hen niets merken..
dat zal hun kracht versterken.
Doe alsof jij het niet bent,
alsof je niet vanuit angst wegrent.
Dat is wat zij van je willen..
ze willen je horen huilen en gillen.
Ik huil van binnen, het doet enorm pijn..
voel me vernederd in het ik zijn.
Vlucht weg in de hoop dat ze me de laatste trap geven,
ik wil dit niet elke dag weer beleven.
Fysiek en geestelijk breken ze me stukje voor stukje af,
komt dit door wie ik ben, is het mijn straf?
Maak het werk af en laat me achter,
dat maakt mijn leven zachter.
Dat het ophoudt, het is me te zwaar..
kan niet meer tegen het constante gevaar.
Telkens angstvallig kijkend om mij heen,
ik voel me zo enorm alleen.
Scheldwoorden echoën in mijn hoofd,
elke dag voel ik me zo verdoofd.
Leven op automatische piloot,
wensend sla me maar dood.
Intense overheersende angst die ik ervaar,
schuldgevoel, had ik maar..
Ik bevries en vlucht weg in mijn hoofd,
terwijl ik van mijn waardigheid wordt beroofd.