Ik ben blind in de liefde;
ik weet niet de woorden
te wegen van jouw hart.
Waar oud zeer nimmer lang
kon rusten, wil ik mij richten
meer te weten over jouw lusten
beschreven in een onbekende smart.
Ik hoop mijzelf iets van nieuwe
inspiratie te geven. Een nieuwe
horizon te scheppen ruim bemeten;
niet te krap. Waaronder ik een stad
van rode daken wil schilderen, waar
vriendschap een doel vindt over het
juiste levenspad.
Om daarna een muziek te componeren,
harmonieus en met het gevoel van een
warm onthaal; die lucide zal klinken
als een omarming, en de kracht zal
spreken van de liefdestaal.
Kracht die goudkleurig sleutelt op de
balk van het notenspel; dat in toonsoorten
luistert naar de juiste akkoorden, en nimmer
ontspoort bij het zwaaien van de vriendschaps-
vlaggen van een meesteres naar haar blinde gezel.