Toen ik begon
Hoopvol en jong
Lopend in de ochtendzon
Met een hart dat zong
Ik, de wereldverbeteraar
Woord voor woord
Constant zoekend, geen gemaar
Gelovend in een beter oord
Ogen en oren
Gesloten en doof
Ze willen niet horen
Steeds minder werd mijn geloof
Cynisme dat wint
Idealisme dat vervalt
Steeds minder het kind
De tolerantie, onze weg, versmalt.
Nu vervliegen dromen
Verliest het hart
Wanneer zaken eerst komen
Is de toekomst zeker pikzwart
Waarom zijn idealen
Sociaal een pré
Zakelijk zekerheid voor falen
In je werk mogen ze niet mee
Ik blijf geloven
Opgeven mag niet
Laat ik mij beroven
Van mijn hoop en verdriet?
Geloof in goed
Zolang ik leef
Niet omdat het moet
Maar omdat ik dát nastreef