Ik kom met een gedicht
een opgewekt gezicht
dat graag laden licht
gevuld met diamanten woorden
rode draden van robijn
wie wil er niet een dichter zijn
Zo één die graag dicht
glimlacht om het aards bestaan
aan kraaienpootjes denkt
en een wijkende haarlijn
zingt van ‘Oh wat is het fijn
om een dichter te zijn’