vingertoppen tikken gedreven woorden
zonder bestemming
de poes in de hoek likt zijn pootjes
het hoofd spint, de rikketik sprint
en het oog, het oog verstilt bij dit beeld
wit vergeeld, de herinnering
de ratio leeft op en schreeuwt;
roof, roof,
de wil zo goed als dood
toch,
houdt geloof als vast gelopen plaat
betoog, wordt hoop opgebouwd
vervolgens gesloopt
maar de poes miauwt,
verkoopt kopjes voor een aai
de hand wordt omgedraaid
geeft de muis zonder aarzeling prijs
want hoe het verstand ook dwaalt,
de kolder stijgt: het voelt dus het bestaat