hazenslaap ligt op mijn mond
een achilleshiel, zacht en buikademend
als een bries traag slaande windvleugels;
droog wrijven in liefdeslust gedrenkte woorden
onze verhitte lijven die ons belagen
niets weet ik meer van de god van liefde
in onze zich In onmogelijke bochten
draaiende steigerende kerende lichamen
niets meer van eender welke belofte
die mij jouw tong spreekt
onze lenden wringen zich uit
in hemelsblauwe oneindige luchten
laten ons innig fluisterend vliegen
tot ons bloed fel heet stroomt
en ik jou ben, mij, ons
wij ons opvullen, legen
als eeuwigdurende zomerliefde
sunset 15-09-2016