De zondagsrust zal zij soms
verstoren; ook al refereert
haar naam kardinaalspecht aan
iets religieus. Haar rode kuif
lijkt op het kalotje van een
bisschop; als een beste zondags-
keus. Met haar staart klimt zij
naar hogere boomsferen; lijkt zij
met haar vier scherpe teennagels
de zwaartekracht te bezweren.
Detecteert zij met haar lange tong
en spitse snavel; wat straks drie
hongerige mondjes in een boomholte
vult. Met de opbrengst uit een loon
naar werken, waarmee zij haar trotse
moederrol vervult.
Wanneer de wandelaar op zondag een
kardinaalspecht ritmisch hoort hameren,
waarin de verantwoordelijkheid van die
kleine bezorgde moeder wordt gehoord;
weet de kenner van het bos dat zij aan
het werk is, voor wat tot haar grootste
geschenken op aarde behoort.