Geen zanger heeft zo'n mooie borst;
zingt van s'morgens vroeg als een
kleine vorst. Met oranje-bruin bronzen
keel; zingt het roodborstje geen noot
te veel. Ook het vrouwtje is met deze
zangkunst rijk bedeeld; en laat haarzelf
na een zwaar zomers broedseizoen vanaf
de eerste herfsttinten gaarne horen.
Niets kan dit mensvriendelijke vogeltje
verstoren bij de gave van zo'n melodieus
muzikaal juweel, waarmee ze de mensheid
het hele jaar weet te bekoren.
Schrander en weinig schuw zal het roodborstje
zich vanaf het najaar steeds meer in de door
de mensen bewoonde wereld laten zien; en hen
met een charmeoffensief tot een bijvoederen
doen verleiden. En veelal na de eerste vorst-
periode denkt menig weldoener dan misschien;
dat zo'n kleine schoonheid in de natuur niet
gemaakt is voor een winters lijden.