Ik vond haar heel erg lelijk
en ze was behoorlijk op gewicht.
Terwijl we in discussie waren,
veranderde langzaam haar gezicht.
Ze riep allerlei dingen naar me.
Daarop zei ik maar niets terug.
Haar gezicht werd als een engel zo mooi.
Wat ben je knap, zei ik toen vlug.
Daar werd zij weer stil van.
Een glimlach verscheen op haar gelaat.
Sindsdien kan ik bij ieder mens het mooie zien.
Ook al zit je vol met haat.