In de greep van het beest,
voelde het zo vertrouwd.
In zijn klauwen gevangen,
maar het voelde niet fout.
Mee gaan in het spel,
van de leeuw en het lam.
Draaide plots alle regels,
wist niet wat me overkwam.
Het zou mijn fout wel zijn,
zag jou kwaad hier niet in.
De spanning zo voelbaar,
ja dit was het begin.
Steeds dieper in jou klauwen,
zag ik geen terugweg meer.
Steeds bleef ik je opzoeken,
tot die ene keer.
Voel nog jou handen op mijn lichaam,
hoor je woorden in mijn hoofd.
En plots werd alles donker,
was het kind zijn weg geroofd.