Tijd
Altijd te kort, soms met wat respijt
Voor hij het beneemt, neem bewust de tijd
Gevangen in de zandloper
Daarop aast de handelaar
Want nog meer waard dan goud, of koper
Indien maakbaar
Gelukkig hebben we dit niet in de hand
Oh, Vadertje tijd
De namen geschreven in het vallende zand
Soms zelfs de minuten, uren, de tel kwijt
Druppelend één voor één naar benee
Ik staar ernaar
Heel soms dan zijn het er twee
Bijzonder iets die tijd, best raar
Als het moment is daar
Is het altijd te vroeg
En dan hoop ik dat iemand je droeg
Het is zo waar
Bij gezond zijn, gaat de tijd altijd te vlug
Bij ziek zijn, wilde je die tijdloze onbezorgdheid terug
Soms proberen we de tijd stil te laten staan
Niet altijd doordacht, er een gat in te slaan
Of zelfs wat te doden,
Nuttig ermee om te gaan is geboden,
Van alle tijden, hetzij ooit, nu of later,
met of zonder spijt
Als een onverbiddelijke uitbater
Rustig daar staand, Vadertje Tijd
Want aan het einde van de laan
Wacht hij ons op, om mee te gaan
De tijd is op
En zo moet het zijn, uit en klaar
Alles stil, full stop