Regendruppels
plaveien de straat
met de glinstering van diamanten
Goudbruine bladeren lijken
oneindig te zweven
Mijmerend over vroeger tijden
kijkt de oude man uit zijn raam
Het metrum van de klok
laat de rook van zijn sigaar dansen
De laatste zwerm vogels
vertrekt naar warme oorden,
kale zwarte bomen achterlatend
En de oude man glimlacht tevreden,
zijn sigaar dovend
Stilte overstemt de straat
Mensen kruipen in hun huizen,
de duisternis buiten latend
En de wind danst door
met de goudgele bladeren