Stil zijn de nachten vol
verwachting over de komst
van een ster zo lang door
de wereld verwacht.
Die hoog aan de hemel zijn
opwachting zal maken; als een
symbool van de vrede de wacht
houdt bij het 'nieuwe leven'
in de decembernacht.
De decembernachten zo koud en
donker; lonken naar de komst van
dat wonderlijk hemellicht.
Dat oriƫntatiepunt, dat na verschijning
zijn stralen wederom op die kribbe richt.
Waar heden ten dagen massa's mensen doelloos
zwerven en alom oorlogen woeden op een wereld
eens voor een eeuwige vrede bestemd; zal bij
al hetgeen van wat reeds van het paradijs werd
verloren, die Kerstster wederom gaan stralen
op die vleesgeworden boodschap die het geheim
van de eeuwige vrede kent.