Ik kom je alle dagen tegen
Verboden en dus verlegen
Niet verder, bewaar de afstand
Een knuffel pak eens vast want,
Ik kan niet langer zonder,
en ga straks ten onder
Aan verlangen tot interactie
Al duurt het maar een fractie
Zo mag het niet duren
Ik pieker dagen en uren
Rek de grenzen van fatsoen
Het valt op, wat moet ik doen?
Moreel besef is een groot goed
Eens komt het uit, en is daar de zondvloed
Professioneel is grensoverschrijdend
Vriendschap heet het, doch lijdend
Grenzen zijn fictief,
Interpretatie is sportief
De uitleg is standplaats gebonden
Viezerik, lul met veel zonden
Ware liefde of blind verlangen
Staren en negeren, beetje stangen
Wordt dit zo’n affaire?
Ik hoop van niet, ik voorspel misère.