Mist.
Plotseling is alle
Zicht ontnomen
Een grijze sluier over heerst
De misthoorn doet
Zijn tonen horen
Alles behoedzaam op zijn teerst.
Vage contouren
Van de schepen
Vloeien voorbij in water en lucht
Onzichtbaar in
Hun eigen waarde
Radar geleidt ons in die klucht.
Wat vissers staren
Naar hun dobber
Of naar de hengel, of die beweegt
De koelte stort
Zich op de oever
Alsof zij daar haar gramschap leegt.
Angst in ’t verkeer
De lampen gloeien
Zichtafstand is nu minimaal
Voorzichtigheid is
Zo geboden
De mist die kent haar eigen taal.
th