'Ga uit het zonlicht,
schaduw van de nacht'.
'Ga uit het zonlicht',
want het is de nacht
die op jouw wacht'.
'jij wachter op de
morgen houdt je voor
het zonlicht verborgen'.
Want in de duisternis
van de nacht; daarin
ligt jouw ware kracht'.
Eén lantaarn, één schijnsel
in de duisternis schijnt voor
een liefde die de ware is.
Het is het lot van het droeve
hart, dat gevangen is in zijn eigen
smart; om iedere nacht op zoek te gaan;
óf er nog een ware liefde kan bestaan.
'Ga uit het zonlicht,
jij schaduw van de nacht'.
'Ga uit het zonlicht'.
'Want de nacht slaapt zacht'.
'jij, lantaarndrager van de
zorgen, houdt je tot de
morgen verborgen'.
'Want in de duisternis van
de nacht heeft de eenzaamheid
je minder in zijn macht'.
Eén lantaarn, één schijnsel
van de droefenis. Schijnt op
wat ik zo node mis. De speld
in de hooiberg doorboort mijn
hart. Ik vind een uitweg voor
een nieuwe start. Eén nacht
van liefde; 'het lijkt nog te
bestaan'. Morgen mag het zonlicht
mij opnieuw beschijnen gaan.
'Zoek het zonlicht, jij wachter
van de nacht'. 'De nacht wacht
zacht, maar het is de dag die naar
jou lacht'. 'Jij betreder van de
morgen'. 'Laat je door de dag
verzorgen'. 'Want na de duisternis
van de nacht, wekt het ochtendlicht
jouw zacht'.