Terwijl jij vervaagt tot iets dat amper
op het puntje van de tong ligt,
vervaagt er iets binnenin mij.
Ik kan er moeilijk de vinger opleggen,
maar ik weet dat jij geschreven wordt,
lijn per lijn.
Terwijl je zelf het schrijven
bent verleerd.
Naar jou kijken is als
een te sterke bril op je neus,
de scherpte gaat er af en
je staat er zelf van te kijken.
Woorden zijn slechts klanken,
knikken en knikkende knieƫn.
Hoongelach maar dan van jezelf,
wie ben je eigenlijk nog?
Je schouders gaan omhoog,
je mondhoeken naar beneden en
triest zit je te lachen.
Naar jou kijken is als
door een verrekijker loeren,
objects in the mirror are further
than they appear, voorzichtig rijden dus.
Had je maar een spiekbriefje
met alle antwoorden op,
voor ons. Maar,
je bent het schrijven al lang verleerd