Ik lig hier, futloos en heb het koud.
Mijn oogleden voelen zwaar.
Ze willen sluiten.
Mijn lichaam doet pijn.
Geen zin.
Ik wil dit niet,
Ik wil niets.
Ik wil niets meer voelen.
Gen pijn, geen gebroken hart.
Het Verschuren me.
Van binnen.
VN buiten een mooie lach, maar van binnen donker.
Een façade waarachter ik kapot ga.
Hij liet me me speciaal voelen.
Hij maakte me uniek.
Geen remmingen.
Een gevoel als nooit te voren.
Ik had het geluk ontmoet en omarmd.
Nu uit mijn armen gerukt.
Je bent zo dichtbij, Maar zo ver.
Het enige wat ik wil.
Warmte van jou.
Alleen jij kan me redden.
Nu ben ik leeg.
Beetje bij beetje sluiten mijn ogen.
Ze willen slapen.
Niet wetend of ze morgen zouden open gaan.
Alleen jij kan me redden.