Beuken tegen bomen die zich ijken
in de bevroren aarde- waarom nog doorgaan
als het luiden van de klokken al klinkt?
Niet omdat het kan, maar omdat het moet-
en dat is alles wat het lijden doet.
Een waas voor ogen, kleuren tussen de lijntjes
was nooit zo moeilijk maar de gelogen bogen
braken de randen rond mijn hart. Mijn held ligt daar
en sterft- maar de wereld draait door, en door,
totdat iemand aan de noodrem trekt.
De berk en de beuk beugen diep en treuren terwijl de wilg
de zon goedenacht kust. Een rust, de pijn en dan de lust
om terug te gaan naar een leven zonder verdriet en toch.
Hoe intens ik ook verlangde naar de moederschoot;
voor ieder mens is niets zo natuurlijk als de dood.