De zon scheen over velden en bergen van levend groen.
Maar de oproerkraaier tovert struiken en bomen tot barkoen.
Wandelende tak schud zijn oudehuid onder droge bladeren.
Wijze Phasma gaat droevig traag over de uitgedroogde wateren.
Zijn pantser aan moeder aarde zonder voorwaarde gegeven.
Wandelende tak werd genadeloos zo angstig verrast, al slikkend verschrokken door zijn nieuwe misvormd gekregen bast.
De oproerkraaier met het grijze zand in zijn verglaasde ogen. Ziet liever grauw in groen, hier werden de woestijnen geboren, dus alles verging in al zijn pracht en als vliegensvlug verloren.
Schaduwen zinkend, in eindeloze vlaktes van het grauwe zand.
Wijze Phasma kijkt verbaast naar zijn oude pantser,
die in een enkele seconde helemaal tot as werd opgebrand.
Wat hij nog mocht ervaren op zijne laatste dag,
was de triest in alles van wat hij nu nog maar zag.
Een zon die in de verte over eindeloze vlaktes en heuvels vanlevenloos grijs verscheen, en de oproerkraaier die weer glimlachend als in het niets verdween.