Comme un pauvre chien staat
hij nu te bedelen, dicht bij het
paleis waar hij vroeger woonde
als een edele maar hij voelt
geen chagrin alors il mange
du pain sans du boursin maar
wel met een beker rode wijn.
Toch kijkt hij stiekem naar de
hovenieren die met het slijk
der Aarde 'zijn' tuinen sieren.
Ach, het is nu reeds na achten
hij groet de wachters en neemt
de aalmoes uit zijn bolhoed om
er morgen mee te bankieren.
Hij staat dus nog niet in het rood
voelt zich zelfs kapitaalkrachtig.
Oui, ze werken encore...z'n lachspieren !