Nu 't laatste bolwerk
langs alle kanten belegerd werd
rookpluimen en gaswolken
de hemel verduisterden als bij Armageddon,
ruiters van de vier windstreken
klaroenen bliezen bij monde
van d'artillerie die vuur spoot
uit hun gloeiend hete lopen,
't opgeblazen fanatisme
eindigde in kannonnenvlees
een penetrante geur opsteeg
van ontbindende lijken,
herinnerden zich 't thuisland
hoe goed 't daar ooit was,
de armen lamlendig te kruisen,
sigaretten, bier en westerse sletten,
spraken samenzweerderig als judassen
gevangen als ratten in de val,
onder mekaar af :
sauve qui peut, redde wie kan,
scheerden hun baard af en knipten hun haar
hulden zich in de gewaden van vluchtelingen
verbranden alles wat ook maar enigszins
kon wijzen op d'illusie van 't heilig kalifaat,
gingen aan de haal met de papieren
van wie ze daarnet nog afslachtten
keelden of verkrachtten
of als slaaf, slavin
voor 'n penning of bloedgeld verkochten,
lieten 'n vals paspoort namaken
in schimmige kelders ergens in Turkije
stonden binnen de week
terug aan te schuiven
aan de balie van 't hoofdstedelijk gewest,
om zich als 'n keurige burger
te laten registreren met als uitleg :
'k heb een lange wereldreis gemaakt ..
hier ben ik terug, nergens werk gevonden !
om straks alsof d'er 'n gat
in hun memorie was geslopen
stempelgeld of 'n leefloon
los te peuteren en op te strijken
van de brave belgische gemeenschap,
de minister van arbeid
vervulde zijn christenplicht als goede vader
en verklaarde geen vuiltje aan de lucht
administratief is alles in orde ..
omarmde de verloren gewaande zonen
die in 't tweestromenland
een beeldenstorm hadden ontketend
of in 't land van de kruisvaarders,
de christenzwijnen en ander kufar gespuis
had helpen uitroeien
verjagen in rubberboten over zee,
naar 't ongelovige, verderfelijke westen,
liet 't vetgemest kalf
als welkomst geschenk,
inmiddels aanrukken
op kosten van de belastingbetaler !