Lig in bed, het is donker,
voel me eenzaam en alleen.
Niemand die ik voelen kan.
Niemand's armen om me heen.
M'n hart brand van verlangen
en m'n keel zit bijna dicht.
't gevoel dat ik moet janken,
omdat niemand naast me ligt.
Hoelang moet ik nog wachten,
in verdriet en eenzaamheid?
Waar is nou toch dat liefje,
die zich in m'n armen vlijt?
Die een die ik beminnen mag
en de hemel in mag kussen.
Die een die mij de hele nacht
haar vuurtjes trouw laat blussen.