Met gouden slagen vlieg jij in mijn hart,
te snel om zich door mij te laten vangen.
Ik kijk toe en zie gelaten doch met smart,
hoe jij telkens weer ontsnapt aan mijn verlangen.
Het lokaas van mijn liefde en mijn beminnen,
waar ik jou zo graag mee binnen had gehaald
en jou hart zo dolgraag mee had willen winnen,
heeft tot op heden, alleen nog maar gefaald.
Misschien zal ik jou liefde wel nooit kennen,
of jou verlangens kunnen voelen aan mijn lijf.
Een idee, waar ik nimmer aan zal wennen,
omdat ik dan maar liever eenzaam achterblijf.
Want het liefste zou ik nu naar jou toe rennen
en je weet dat ik dan echt voor altijd blijf.