Ik zit hier, nog geen uur, maar toch zeker een kwartier.
Ik zit hier, zolang of kort ik maar wil.
Ik kan ook staan, of zelfs daarna gaan lopen.
Rennen is ook een optie, wel van korte duur wel te verstaan.
Ik zit op een bankje tegenover de gevangenis.
Daar zitten ze ook, maar niet uit vrije wil.
Dat zit toch net iets anders.