vandaag is niet morgen,
morgen is niet vandaag.
Ik kijk naar de wereld,
en zie de zon onder gaan.
Wie staat daar in de verte,
donker, koud en alleen?
Zoals de nacht, zoals depressie,
Sta ik daar in de verte, gebroken,
tot dat de zon weer verscheen.
De zon die te lang weg was,
De zon die zo lang niet scheen.
Ze is weer terug, stralend en warm,
De donkere nacht is weg,
hopelijk blijft die weg, liefst voor altijd.
Wie staat daar in de verte,
nu stralend en blij?
Het is een gezicht die ik herken,
Het is mijn gezicht die zo blij is,
omdat ik weer gelukkig ben.