Zonlicht.
Ik proef de stralen
in het lover
lichtval in blad, groen, bruin en rood
De avondzon
tovert vol vreugde
haar glans in ’t laatste wat zij bood.
Het tegenlicht
voor d’ avondschemer
gloort feeëriek en magistraal
Ontsluit de dorheid
van de schaduw
boeit in haar schone avondtaal.
De rose gloed
in ochtendnevel
kleurt als de sluier van een bruid
verstild , romantisch
in die aanschijn
als dauwdruppel op rijpend fruit.
Niets mooier
dan die stille uren
rond morgen- en rond avondlicht
Horizontale
feestverlichting
volle glorie voor een gedicht.
th