Hier sta ik voor mijn klankpot
van geelwit porcelein,
in’t allerkleinste kamertje der woning.
Mijn kracht is indrukwekkend,
mijn aanslag mag er zijn!
Een tonenvloed vormt daarvan de bekroning.
Een prachtig stukje Händel stroomt door negentien etages.
De hele flat - en meer nog - luistert mee.
Verspreid over de dag speel ik verschillende passages.
Belangeloos, vrijgevig en volledig zonder gage
beman ik mijn concertvertrek/wc.
Zodra de lijfsdruk toeneemt
is het feest in de tent;
van mij krijgt men geen plenswerk,
geen geklater of gegorgel.
Veel liever speel ik Georg
op mijn blaasinstrument,
als maestro virtuoso
met mijn fijne waterorgel.
© Vin 2016