Na een saai avondje theater
liep hij stomdronken van het
filosoferen en de champagne
door de feestelijk verlichte
straten van Parijs waar hij zich
door de burgermassa wrong
snakkend naar wat vrijheid.
Dus keek hij door z'n zwarte bril
alleen nog naar de Eiffeltoren.
Ieder voor zich, dacht hij somber
car L'enfer, c'est les autres.
Maar toen hij eenzaam boven
aan de top stond neer te kijken
naar het rijke mensenvolk dat
vrolijk verder at en dronk, riep
hij bij naderende stormwind:
kan jij nog weerstand bieden?