aan de rand van het wuivende bos
tegen het kleurloos van schuivende wolken
een wegstervende trein, weet je nog dat
ieder van ons, hoewel onwetend, samen
het verschil der delen, ons beider geheel
onvergeetbaar in wat komen zou, gegrift
als ontmoeting van verlate tijdgeesten
grenzend aan de binnenkant van donkerte
geduldig onafwendbaar, verder dan de
buitenkant, voorbij ons zoete zichtbare