De visser vertelt
Diepe groeven lopen over zijn wangen.
Aan zijn lippen blijft u hangen.
Zijn gezicht is verweerd,
hij heeft het avontuur beheerd.
In zijn diepblauwe ogen,
zoekt u naar de waarheid.
Zijn verweerd gezicht
spreekt boekdelen in zachtheid.
Plots sta je met slag op een deinend
schip,
waar je maag tegen strubbelt.
Het is uw lot, u kunt niet meer ontkomen.
Het leven waarop zij varen
kent vele gevaren.
Zij krijgen de wind in de zeilen,
moeilijk om geen slagzij te maken.
Hij sleurt u mee in een zinnenstroom,
met aaneengeklonken woorden,
waar hij zonder schroom,
met u vertrekt, naar verre oorden.
Hij zwaait met zijn armen,
maakt tekeningen met zijn grote vuist.
Ziet in gedachten, alle gevaren
die rond hun schuit waren.
Tuurt in de verte, naar de ondergaande zon
Hij zou direct weer vertrekken, als hij kon.
Claire Vanfleteren – ©