Open maar mijn ogen gesloten,
Geen adem, maar zuurstof doorlopen,
Mijn lichaam is op, het stopt met lopen,
Kwam de kracht maar in mij naar boven,
Afscheid blijkt een lange wandel te zijn naar het eind,
Mijn vriend, geen verwijt naar iedereen maar het spijt,
Als ik mijn leven kon geven, zodat jij het zou krijgen,
Had ik nu al afscheid genomen van mijn eigen lijf.
Hoe had iemand in kunnen zien hoe ver dit kon lopen,
Staan wij allen met onze ogen dicht te hopen.
Op het bitterzoete eind.