De klok tikt door
een pen krast op het blad
verhalen van liefde en dood
woorden, onleesbaar door
bloed en tranen.
de klok slaat twaalf
en de hand trilt -de laatste kracht
verdwijnt langzaam uit de vingers
woorden kruipen bibberig en moe
op het beschreven vel papier
de klok staat stil
en de tijd is gevlogen naar
daar waar hij er niets toe doet
en waar de laatste zin
-nooit-
geschreven zal worden
de laatste regels blijven leeg
geen einde, ook niet gelukkig
geen epiloog of nawoord
Als afscheid een onvoltooid
vaarw-