Op de rand van mijn bed
zat een bleke god met naast zich
de engel voor de maandag, dinsdag
woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag
de zondag was voor god
op het bed mezelf en zeven figuren
Ik was wakker geworden, kon niet slapen
vanwege het licht van de volle maan
het tikken van de regen op de ruiten
Bedacht wat ik morgen had te doen
een afspraak met X en Y, de begrafenis
van Z voor wie ik een afscheidsgedicht
had geschreven en voor zou lezen
over hoe we altijd vrienden zouden blijven
God knikte instemmend hierbij. Ik viel
in slaap en hoorde als het laatste
de vleugels van engelen ruisen