in spanning zit ik op de rand van het bed
de spieren van mijn benen zijn hard en beven
nu jouw borst tegen mijn rug leunt
en jouw haren, kleuren-moe, zich tegen mij vlijen
zacht kriebelen in mijn nek
voor mij liggen onze kleren reeds op de grond
in de hitte van jouw stevige greep om mijn dijen
jouw lange nagels schrapen over mijn zacht vlees
hoger, verder breken zij elke weerstand
wanneer zij langs mijn ruggengraat glijden
ik kijk jou aan, mij aan, ben steeds nog wat geremd
tot jij jouw liefde legt over mijn jongste smart
traag, langzaam uitademend, zegt:
bij mij kun je altijd terecht
sunset 30-10-2017