Toen ik je daar zag zitten,
je handen in je haren
zo zielig met die tranen
rollend over je bolle wangen,
je neusje die de zware druppels
moesten blijven opvangen,
toen ging het haar op mijn armen rechtstaan
en bedacht ik hoe zielig je daar zat
met je sobere kleren van de zee
toen wist ik wat voor ellende je had.
Ik ging naast je zitten,
je legde je handen op mijn haren
en zo wist ik jouw verdriet te bedaren.
Je voelde aan mijn wangen,
die waren droger, droger dan de jouwe
en toen, op dat ogenblik..
Ben ik gewoon van jou gaan houwe.
Zo spontaan ik maar kon zijn,
kuste ik je in je hals
en beet toen je nekvel mals..
Dat was het moment waarop jij
tegen mij zij
liefste, je moet weten...
ik had teveel aan de mosterd gezeten.