Je groet klinkt de ene keer ontroerend, de andere keer lauw
Woorden spreken geen boekdelen, klanken kraken wel onze mond
Denk je elke dag in meer dan een flits aan mij, echt trouw?
Vrienden die mijn ware aard navoelen maken mijn ziel kerngezond
Als we niet meer buren zijn,zet je dan naar mij eerste stappen?
Denk je ver weg zonder mij lang verwonderd aan mijn vage lot
Of kom ik pas volop bij je tot leven als we luchtig grappen?
Lusten delen we, maar voel ik me rot, gaat dan je hart op slot
Levenslange vriendschap is geen plicht of irreƫele verwachting
Maar zal je tijdig roepen als alarm van je wensen en grenzen?
Zo ja, dan gloei je lang na bij mijn licht van verre vervoering
Diep vertrouwen zal onze band versterken, je nooit verwensen