Liefde kent altijd een prijs –
Het komt nooit gratis, en het vergt soms een offer.
Een engel en een demon, in hun eigen disciplines wijs,
Waren ook van de liefde een slachtoffer.
Hun beider onuitputtelijke bron van licht, duister en alles er tussen in
En hun drive om samen te werken en elkaar lief te hebben
Dreef de rest van de wezens in hun huis tot weerzin.
Toch voelde geen van beiden hun liefde weg ebben.
De waarheid van hun onderzoeken kwam hard aan:
Ze zochten naar de waarheid over leed in de wereld van de mensen.
Hoe kon zoiets bestaan?
En wie toornde toch steeds aan de grenzen?
Het antwoord lag bij god.
Hij creëerde de mensen, hun bestaan en hun onmacht
Hij was de poppenspeler van het lot
Wie had dat ooit bedacht?
Echter, de duivel en de engel, wezens van duister en licht
Schrokken van de waarheid van het bestaan.
Van de mens bij wie die onmacht steeds maar weer ligt.
En het antwoord op het zijn zou nooit meer mogen vergaan.
Alleen waren zij machteloos. Hoewel geboren met uitzonderlijke kracht.
God was de baas. De grote heerser van de wereld, de hemel en de hel.
Het was dan ook niet verbazingwekkend dat op een nacht
De grote heerser van alles achter hun bond kwam. En hij gooide haar in een cel.
Over hem had hij geen macht.
Zij was echter een medewerkster van de hemel.
Ze voelde het verminderen van haar kracht.
Ze werd gebroken als zijnde een engel.