Merel.
Zonnige dag
midden augustus
in kleine duinpan neergevlijd
zo aan de kant
van zuiver water
niet meer gebonden aan de tijd.
Zeven uur ’s avonds
twintig graden
vogelgeluiden om mij heen
een merel die
nog vol in stemming
zijn warme lied fluit voor mij alleen.
Helder en fris
klinken de strofen
die rond mij zweven wonderlijk schoon
daar tussen door
roep van een koekoek
op de naar naam genoemde toon.
Het zachte suizen
van de blaad’ren
wordt onderbroken door geklop
de grote bonte
specht zoekt voedsel
al vindend nu en dan een stop.
Dit stilte land
vol van bekoring
biedt rust , ontspanning en genot
ik sluit mijn ogen
alleen luister
de geuren komen nu aan bot.
th