Ik ruk de woorden van het papier,
verwoed, dit is niet wat het is
het inkt vertrap ik, zo kwaad ben ik
op de waarheid die me schijntbaar steeds voorliegt
Want ik wìl ademhalen, en ik wil doorgaan, dag na dag
ik heb getekend voor een toekomst
die ik eerst nog moet waarmaken
Er is plaats voor mij,
alleen weet ik niet waar
we hebben nog tijd
de verscheurde woorden zoek ik bij elkaar
Ik zoek naar nieuwe betekenissen
die precies beschrijven waar ik aan leed
om me in de jaren te vergissen
maar het enige dat uitmaakt is dat ik nog leef
Tranen, ijskoud, heb ik verscheurd
inmiddels zullen ze wel gesmolten zijn
wat geleden is, geleden
het grbeurde is gebeurd.
Dus morgen, hoop ik,
ga ik nog even door
met zoeken, waar verloor ik
toch ooit mijn trotse hoop?