Vanmorgen een oude dame gezien
zo één uit ongeveer negentien tien
uit de vorige eeuw van strijd
het was pas twee jaar vredestijd
Vanuit haar bed keek zij mij aan
straks zouden wij uit rijden gaan met rolstoel
Nu nam zij de tijd te kijken naar
iemand die zong en er was voor haar
In zwart-wit zijn haar sproeten ongezien
ik zoek hen in mijn herinnering, vind hen
bij haar gebeeldhouwde neus