De nacht,
mijn geheimzinnig open boek,
sluipt op me af als een kat naar zijn prooi.
Het enige straaltje licht,
komt van de maan
die een hopeloos gevecht voert met de duisternis.
De nacht,
mijn vijandige bondgenoot,
overmeestert me met een vredige rust die me zo kostbaar is.
Onbewust wacht ik tot de zon
zijn vrolijke snoet weer laat zien.
De zon,
die me uit mijn diepe slaap wekt
en me terug tot leven brengt