De mooie melancholische ogen van m'n halfzus
Katrien kijken mij voor het eerst aan tijdens een
BBQ die haar bezorgde broer Daniel in zijn tuin
organiseerde, dit om haar eindelijk met haar
traumagevoelens te confronteren rond onze
overleden vader met wie ze het contact bewust
had verbroken, nu meer dan twintig jaar geleden.
Zij leefde lang als 'n verloren musje maar samen
met haar grote liefde Patrick heeft ze een warm
nestje kunnen bouwen, ze werkt intussen ook al
een tijdje bij de Europese commissie te Brussel
waar zij rust heeft gevonden en zelfvertrouwen.
En toch is ze verwonderd dat wij niet rouwig zijn
en alles relativeren: Het viel allemaal wel mee !
Na een laatste santé pakt ze mij stevig vast en
fluistert tevree: Claude, je lijkt als twee druppels
water op mijn vader. Merci om langs te komen.
En ze glimlacht: Eigenlijk heb ik niet te klagen.
Sindsdien onthoudt ze al onze verjaardagen.
Is dat niet één van de positieve symptomen ?