Ik ken u van de Oosterse filosofie
woon in dezelfde straat als het café
De Stamboom en ik hoop u vaker
hier te zien, want ik heb mij
met uw woorden geamuseerd
glimlach rimpels dieper geworden
rondom de ogen en de mond
Zij beroeren eerst mijn vel, daarna
mijn diepere gevoelens onder
de opper- en lederhuid en zij
vleien zich in het bottenmerg
beginnen didgeridoo te spelen
spontaan zonder een boodschap
in hormonen, gebarentaal of
tedere strelingen in lente spraak
Tussen sprieten ontwikkelen zich
rode tulpen, in elk grasveld één
zodat het lijkt alsof in Den Haag
Bomenbuurt, in zekere tuinen
tussen het gras een wonder
van rood is geschied op last van de Heer