Ronddraaiende schizofrene billen
van een danseres nog niet aangesproken
met sprekende blikken, een luisterend oor
De taal die vloeiend van haar lippen komt
blijkt achteraf Hongaars te zijn
toch klinkt het niet onbekend
Alsof ik bij haar binnen val
als Alice in een konijnenhol
fladderend wanhopig de armen strekt
Wij landen samen op de bodem ongebroken
beginnen samen te zingen ‘Weet je nog wel
die avond in de regen onder moeders paraplu’